Bedevaartmaand
Deze meimaand – maand van de vrijheid, van de festivals, van lente en terrasjes – in het diepere bewustzijn van een breed katholiek volksdeel óók een maand van mariale processies en bedevaarten, van groepsreizen naar Lourdes, Kevelaer, Banneux of welk geliefd bedevaartsoord ook.
Bedevaarten blijken prima bestand tegen de ontkerkelijking. Maar wat eigenlijk nóg wonderlijker is: bedevaarten zijn ook bestand tegen de verlauwing van het geloof. Juist ook de ‘cultuurkatholieken’ die het geloof van huis uit meekregen, maar later hun interesse verloren, bij wie het min of meer geruisloos naar de achtergrond verdween, juist zij blijken zeer vatbaar voor dat ‘virus van de bedevaart. Zij kiezen daar geheel in vrijheid voor, niemand dwingt hen om te gaan.
In feite zet dit een aantal aannames op de helling, die je nogal eens hoort als het gaat om geloven anno nu. Ik noem er drie:
Aanname 1: Mensen willen er geen moeite meer voor doen. Laat de drempel vooral niet te hoog zijn, horen we vaak, want mensen zijn gemakzuchtig. Maar meegaan met een bedevaart kost veel tijd en moeite, je moet van alles regelen, het kost je zó honderden euro’s – maar mensen hebben het er grif voor over.
Aanname 2: Mensen snappen de ‘taal van de Kerk’ niet meer. Al die ‘hoogkerkelijke rituelen’, zo klinkt het geregeld, zijn veel te ingewikkeld, staan te ver van de belevingswereld van mensen af, het is te ‘ouderwets’, mensen snappen de taal letterlijk of figuurlijk niet meer. Maar kijk naar de liturgie van de bedevaartsoorden; je krijgt het niet veel ‘hoogkerkelijker’ en ‘ouderwetser’ of hoe je het ook wilt noemen. Maar toch, iedereen die je het vraagt zal zeggen: zo prachtig, indrukwekkend.
Aanname 3: Mensen willen hun geloof vooral hoogst individueel beleven. O ja? Mensen zitten vaak uren in een slecht geventileerde bus met maar één krappe wc en tientallen mensen die ze niet of nauwelijks kennen. Ze gaan ter plaatse op in een enorme massa mensen die allemaal precies hetzelfde doen op precies hetzelfde moment; veel minder individueel krijg je het niet.
Bedevaarten zijn kortom niet laagdrempelig, ‘hip’ of vernieuwend, maar toch trekken ze een breed publiek, oud en nieuw. Ook vormen ze voor veel mensen de laatste maar uiterst stevige band met de Kerk. Het toont ons eens te meer: we hoeven om ‘missionair’ te zijn niet op zoek naar een of ander exotisch El Dorado, we hebben het goud allang in handen.