De combinatie tussen bier en kloosterlingen lijkt niet voor de hand te liggen, maar veel
bekende bieren als Westmalle en Chimay worden door trappistenmonniken gebrouwen.
De opbrengsten gaan niet alleen naar de kloosterlingen zelf, maar ook naar goede doelen.
Veel mensen denken dat trappistenbier een soort bier is, zoals witbier of IPA, maar dat klopt
niet, zegt broeder Christiaan van Opstal van de abdij Maria Toevlucht, thuisbasis van het
trappistenbier Zundert. “Trappist is een abdijbier dat een speciaal keurmerk draagt omdat het
aan bepaalde regels voldoet”, legt hij uit.
Die regels houden in dat een bier trappist is wanneer het gebrouwen wordt door of onder
toezicht van trappistenbroeders, binnen de muren van een trappistenabdij en waarvan de
opbrengsten gebruikt worden voor het onderhoud van de monniken en hun klooster. Wat
overblijft, gaat naar goede doelen. “Onze abdij steunt veel verschillende doelen met de
bieropbrengsten”, vertelt broeder Christiaan, “van fondsen voor medisch onderzoek tot goede
doelen van religieuzen en culturele projecten.”
Elf trappisten
Bieren die aan de voorwaarden voldoen, mogen van de Internationale Vereniging Trappist het
logo Authentic Trappist Product dragen. Momenteel zijn dat er elf. België is de onbetwiste
koploper als het om trappistenbieren gaat: in het land worden er maar liefst vijf gebrouwen,
waaronder bekende bieren als Orval en Westvleteren. Nederland heeft twee trappistenbieren;
naast Zundert draagt ook het La Trappe-bier dat de monniken in abdij Koningshoeven
brouwen het predicaat. Oostenrijk, Italië, Engeland en de Verenigde Staten hebben ieder één
trappistenbrouwerij.
Traditie onder druk
Nederland telt steeds minder religieuzen. Volgens de Konferentie Nederlandse Religieuzen
waren er eind 2016 nog 4720; begin 2021 is dat aantal al gezakt naar 3110. Omdat de
betrokkenheid van monniken een vereiste is voor trappistenbier, kan een bier zijn predicaat
verliezen wanneer de abdij geen monniken meer huisvest. Dat gebeurde met het Belgische
abdijbier Achel, dat sinds dit jaar geen trappist meer is omdat in 2020 de laatste monniken de
abdij verlieten.
“Net zoals in het monnikenleven dingen tijd mogen kosten, moet je ook tijd aan een
trappistenbier schenken.”
– Trappistenbroeder Christiaan van Opstal
“De traditie kan door dalende aantallen monniken onder druk komen te staan”, zegt broeder
Christiaan. “Het bier mag dan nog wel gebrouwen worden, maar dan zonder de benaming
trappist. Dan wordt het een abdijbier: dat is naar een abdij vernoemd, maar heeft geen link
met de monniken.”
Belangrijke inkomstenbron
Bier en kloosters zijn al van oudsher met elkaar verbonden. Omdat water vroeger vaak niet
veilig was om te drinken, dronken de mensen een licht alcoholisch bier, dat veiliger was
omdat het water tijdens het proces gekookt is. De meeste kloosters hadden eigen
brouwerijtjes, waarvan sommige geleidelijk groter werden en waarvan het bier ook verkocht
werd.
Tegenwoordig vormt bier brouwen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de
monniken in de abdij Maria Toevlucht. “Wij zijn helemaal zelfstandig en moeten zelf in ons
onderhoud voorzien”, aldus broeder Christiaan. “Naast onze abdijwinkel en ons gastenhuis is
bier een belangrijke inkomstenbron.”
En wat is nu eigenlijk broeder Christiaans favoriete trappistenbier? “Ons eigen, natuurlijk”,
zegt hij. In de abdij Maria Toevlucht worden de bieren Zundert 8 en Zundert 10 gebrouwen.
“10 is wat zwaarder, een bier om echt voor te gaan zitten.” Maar broeder Christiaan raadt
liefhebbers aan om sowieso de tijd te nemen voor een trappistenbier: “We brouwen geen
dorstlessers, maar genietbieren. Net zoals in het monnikenleven dingen tijd mogen kosten,
moet je ook tijd aan een trappistenbier schenken.”