Deze zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren staat in het teken van eenheid. Blijkbaar is die eenheid niet zo evident. Jezus bidt vurig tot zijn hemelse Vader, opdat zijn leerlingen één mogen zijn en de onderlinge liefde bewaren. Want daar alleen is God te vinden, waar mensen liefdevol en eensgezind zijn. Tja, daar ontbreekt het ook ons wel eens aan en als geloofsgemeenschap is het een hele uitdaging daaraan telkens weer te werken. De boodschap die we hebben, is goed en er is ook behoefte aan… maar Kerk-zijn heeft toch een bijklank gekregen…
Hoe kunnen we dat veranderen?
Sommigen zeggen dat alles anders moet, anderen weer dat we niets mogen veranderen… Wie zal het zeggen?
Misschien is het beter zich de vraag te stellen: “Wie zal het dan doen?” Wie in onze kerk zal opkomen voor de eenheid en de onderlinge liefde om zo geloofwaardig te zijn in deze wereld? Inderdaad: wij zijn met zijn allen de geloofsgemeenschap. Wij samen bepalen haar sterkte en vitaliteit. Onze aanwezigheid en inzet bepalen haar succes… Onze saamhorigheid, onze eenheid en onderlinge liefde bepalen haar geloofwaardigheid. De H. Geest maakt niet dat kerken vol zitten of parochies succesvolle geloofsgemeenschappen zijn. De Geest komt over mensen en zet hen in beweging, in vuur en vlam, als… als zij dat tenminste zelf willen en ervoor openstaan. De Geest dringt zich niet ongewild op… Als we tussen Hemelvaart en Pinksteren bidden om de komst van de H. Geest, laat ons er dan ook echt voor openstaan. Alleen zo kan de Geest ons helpen groeien in eenheid en liefde, groeien tot een gemeenschap die geloofwaardig is en hoop uitstraalt.
Pastoor John van de Laar.