De laatste week van de veertigdagentijd wordt de Goede Week genoemd. In deze week herdenken wij, christenen, het lijden en sterven van Jezus vanaf de intocht in Jeruzalem tot paasmorgen.
De week begint met Palmzondag, de zondag voor Pasen. Op deze dag wordt stilgestaan bij het verhaal van de aankomst van Jezus in Jeruzalem, waar hij door een enthousiaste menigte wordt onthaald. Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht dat Jezus in Jeruzalem met zijn leerlingen gebruikt. Hij weet dat een leerling hem zal verraden. Voor de maaltijd stelt hij het teken van de voetwassing, om de leerlingen te leren dat onderling dienstbetoon de kern van zijn boodschap is. Tijdens hun avondmaal noemt hij het gebroken brood ‘mijn lichaam dat wordt gebroken voor jullie’ en de wijn ‘mijn bloed dat wordt vergoten tot vergeving van de zonden’. Hij geeft de opdracht om dit te blijven doen om Hem te gedenken. Op Goede Vrijdag worden het schijnproces tegen Jezus, de geseling en de kruisiging op de berg Golgota herdacht. Zaterdag wordt Stille Zaterdag genoemd. Jezus is in een graf gelegd. Het is een rustdag. In de vroege ochtend van paaszondag vinden de vrouwen een leeg graf. Jezus leeft!