Beste Medechristenen.
Wij verlangen naar een leven vol vreugde, vol geluk en gezondheid. En toch leert de ervaring ons dat ons leven telkens weer doorkruist wordt door leed en lijden, ziekte en op het einde de dood. Iets diep in ons, wij noemen dat ons christelijk geloof, roept ons op om telkens weer te zeggen: en toch…, en toch is de dood niet het laatste! De eerste christenen werden door hun tijdgenoten genoemd: “zij die geen schrik hebben voor de dood”. Voor hen was sterven een binnengaan in de vreugde van de Heer Jezus Christus. De dood is geen verwoesting maar een gedaanteverandering, een overgang naar de andere kant. Het leven blijft wat het altijd geweest is. Jezus zegt: “Ik ben verrijzenis en leven, al wie in Mij gelooft, die leeft, ook al is hij gestorven.” In dit woord geloven wij. Voor ons als gelovigen is de dood niet een noodlot waar we allemaal mee te maken krijgen, maar vooral een ‘deur’ waardoor we het leven van de Hemel binnen mogen gaan. Daar zal onze levenslange tocht ten einde lopen en zullen we ervaren waarvoor Jezus is gestorven en verrezen: om ons toegang te geven tot het leven van de Vader, de Zoon en heilige Geest. Deze uitvaart is een paasviering. Als geloofsgemeenschap vertrouwen we onze geliefde Louis aan God toe. Zonder dat het de pijn rond zijn overlijden kan wegnemen, troosten we elkaar in het vertrouwen dat God, die tijdens ons leven met ons mee is getrokken, ons door de dood heen zal vergezellen. Daarbij is de verrezen Heer Jezus ons grote voorbeeld: omwille van Zijn dood en verrijzenis, mogen wij vertrouwen dat God ook ons zal thuisbrengen. In de Eucharistie vieren wij elke keer opnieuw het Paasmysterie, het geheim van het sterven en verrijzen van Christus. In dit geheim worden wijzelf mee opgenomen en daarbij heel bijzonder alle dierbaren die al op weg zijn naar de verrijzenis. Onze hoop vraagt om een weerzien. Hoop is het weer ‘zien’, opnieuw beseffen dat wat samen beleefd werd, verder leeft en zin aan ons leven geeft in God. Het verleden is niet onveranderlijk voorbij. De liefde doet ons dankbaar gedenken. Liefde is dankbaar gedenken wat samen opgebouwd werd. Die liefde heeft toekomst zelfs in dat gemis, want de liefde is niet definitief voorbij. Liefde is eeuwig. Ik kan de ware liefde alleen begrijpen als een eis om eeuwig te zijn. Men kan niet beminnen of bemind worden voor een tijdje. Liefde is sterker dan de dood. Liefde is oneindig deelbaar. Zo ook de Eucharistie. Daaruit heeft pastoor Louis de Bonth geleefd, het doorgegeven en voorgeleefd, getuigd tot het einde toe. Eucharistie betekent dankzegging! Louis was een dankbare man. Zijn familie had hij zeer hoog, trouwe steun en toeverlaat Petra de Bont evenzeer. Ook trouwe collega en vriend, vanaf de seminarietijd, dat is ruim 70 jaar, pastoor Inno, en Resi die hem bijstonden.
Zuster Albertini, zaliger gedachtenis, samen waren Louis en de zuster in de Paulus parochie een perfect team. Zelf, in alle bescheidenheid, wil ik memoreren: Louis was getuige van mijn beide wijdingen en eerste H. Mis in Zeeland, als waarnemend pastoor was Louis toen actief. Wonderlijk, na 30 jaar, dat ik hem nabij mocht zijn en vandaag samen mag voorgaan alhier.
Beste Louis, veel dank voor je priester zijn, voor al je talenten ingezet voor de kerk én voor de samenleving.
Voor je moedig gedragen ziek zijn, met daarbij die bijzondere uitspraak: loslaten is mijn nieuwe houvast!
Dat geldt nu voor ons. Ja, dat geldt nu voor ons!
Bid voor ons in het Hemels Vaderhuis. Tenslotte, Louis, je laatste woorden tegen mij waren: goed zo! Ja, het is goed zo.