Hoogfeest: Petrus en Paulus 29 juni:
We gaan naar Rome! We gaan op bedevaart, op pelgrimstocht. Met het eigen bisdom, met de parochie. We gaan het graf van Petrus bezoeken. En boven dat graf toornt majestueus de St. Pietersbasiliek uit, de hoofdkerk van ons katholicisme. U kunt daarin uren ronddwalen, zoals u trouwens dagenlang kunt zwerven in de mooiste stad die ik ken: Rome. Het zal dus geen teleurstelling worden, op voorwaarde dat u goed ter been bent. U gaat op zoek naar Petrus. Een rots die steun en vertrouwen geeft. Een rots die staat als een huis. Een rots in de branding. Een rots waarop je bouwen kunt. De kerk heeft zulke rotsen nodig, dringend nodig. Ik vind paus Franciscus een dergelijke rots. Het is mijn stellige overtuiging dat de uitoefening van ons geloof zich niet mag beperken tot een verticale lijn van God naar mij en van mij naar God, maar dat God daarnaast van ons een horizontale lijn verlangt. Van mens tot mens. Van mens tot medemens. “Gij zijt Petrus. En op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen. En de poorten der hel zullen Haar niet overweldigen.” Toch was Petrus maar een gewoon mens, feilbaar en zondig. Weet u nog? Hij viel in slaap toen hij moest waken. Hij ging op de vlucht in de Hof van Olijven. En hij verloochende zijn Heer drie keer vóór de haai kraaide. Zo op het eerste gezicht niet erg fraai, niet erg rotsvast, niet erg heilig. Petrus, de steenrots. De rots in de branding, de soms kwetsbare rots die al meer dan 20 eeuwen de kerk draagt en de stormen van de tijd trotseert. Die kerk zijn wij. Eén lichaam met vele ledematen. Ook al zijn we niet gaaf en niet perfect. Er zijn dus kansen voor ons. Pastoor John van de Laar.