Op weg naar het feest van de Geest
Afgelopen donderdag hebben wij weer de Hemelvaart van de Heer mogen vieren. Christus is van de Vader uitgegaan en bij de Vader thuisgekomen. Voordat Jezus zijn vrienden verlaat, belooft Hij hen de Heilige Geest. Zij zullen niet verweesd achterblijven. Integendeel, de Geest zal komen als een Helper om hen te bemoedigen en kracht te geven. De Geest wil de eerste vrienden van Jezus bezielen en maken tot enthousiaste getuigen. Zij worden uitgezonden om als missionarissen in daad en woord te getuigen van Christus en zijn opstanding.
In deze coronatijd kunnen wijzelf de kracht van Gods Geest ontzettend goed gebruiken. Velen van ons zijn verdrietig of vermoeid geraakt door de stress van de pandemie. Maar aan de ergste ellende lijkt een einde te komen. Ook onze parochies kunnen stap voor stap hun activiteiten uitbreiden. En dan hebben wij begeesterde pastores en andere gelovigen nodig die de handen uit de mouwen steken om de schade van de pandemie te beperken en het parochieleven weer vleugels geven.
Eerste lustrum
Afgelopen vrijdag was het vijf jaar geleden dat ik in de Sint Jan werd geïnstalleerd als de nieuwe bisschop. Met een goede herinnering denk ik terug aan de prachtige Heilige Mis in een stampvolle kathedraal en de urenlange receptie in het Theater aan de Parade. Ik voel mij tot op de dag gedragen door de gebeden en de hartelijkheid van talloze gelovigen. In de weken na de installatie heb ik de twaalf dekenaten bezocht voor een eerste kennismaking met de pastorale teams, de besturen en de religieuze gemeenschappen. Deze ontmoetingen in combinatie met veel gesprekken in het bisschopshuis in de zomer van 2016 hebben uiteindelijk geresulteerd in het beleidsplan Samen bouwen in vertrouwen dat in oktober van dat jaar werd gepubliceerd en tot op de dag van vandaag leidend is voor het diocesaan beleid. Ik ben oprecht dankbaar voor de geweldige groep medewerkers in het bisschopshuis. Als team, met ieder zijn of haar eigen talenten, zetten wij ons in voor de voortgang van het katholiek leven. Met grote waardering noem ik ook alle pastores en de vele vrijwilligers die zich inzetten om het parochieleven gestalte te geven. En met ere noem ik ook onze religieuzen die als biddende cellen het geloofsleven van de Kerk van ’s-Hertogenbosch willen ondersteunen.
Kerk in de marge……
Als wij nadenken over de Kerk van ons land in het algemeen en van ’s-Hertogenbosch in het bijzonder dan komt direct het woord kwetsbaarheid in beeld. De tijd van het Rijke Roomse Leven is voorbij, ook in het zuiden van het land. Geen massale participatie meer; geen vanzelfsprekend katholicisme. Over de achtergronden van de snelle ontkerkelijking in de laatste 50 jaar valt veel te zeggen, maar dat wil ik op dit moment niet doen. Wij kunnen in ieder geval constateren dat de kerkelijke krimp een feit is en er buiten, maar ook binnen, de Kerk veel religieuze onzekerheid bestaat. De Kerk functioneert niet meer in het centrum maar veel meer in de marge van de samenleving. Betekent deze situatie een einde oefening voor de Kerk? Ik denk zeker niet. Want naast religieuze onzekerheid leeft er ook op een breed front een religieus verlangen. Nog steeds geldt voor veel mensen de notie die wij vinden bij de grote kerkvader Augustinus: onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U. De Kerk heeft met de persoon en het evangelie van Christus goud in handen om de onrust bij tijdgenoten te bezweren. Christus kan in een vloeibare cultuur stabiliteit aan het leven schenken. Hij helpt ons bij de grote vragen rond zin, lijden en dood.
…….maar geen marginale Kerk
Een Kerk in de marge hoeft geen marginale Kerk te zijn. De theoloog Stefan Paas heeft onze situatie vergeleken met het begin van de vierde eeuw. Toen bekeerde keizer Constantijn zich tot het christendom. Tot die tijd was er geen staatssteun voor de Kerk en had zij op eigen kracht waarschijnlijk tien procent van de bevolking bereikt. Ook in onze dagen is iedere ondersteuning van de Kerk door de staat weggevallen. En misschien gaan wij terug naar een situatie dat 10% van de bevolking christen is. Dat betekent in ons land zo’n kleine twee miljoen mensen. Een kleine minderheid maar als deze minderheid vitaal is, kan zij van betekenis zijn voor de gehele samenleving. Wij hebben geen machtige christelijke zuilen meer in Nederland. Maar wij blijven geroepen om, met de woorden van Jezus, zout en licht te zijn in de wereld van vandaag. Na ruim een jaar lijkt de coronacrisis in de laatste fase te zijn aangeland. Er is licht aan het einde van de tunnel. Stap voor stap zullen ook de kerken hun vleugels kunnen uitslaan. De plannen voor een missionaire geloofsgemeenschap kunnen uit de ijskast. Hopelijk worden onze pastorale teams creatief in het vinden van nieuwe wegen. En de dienstverleners en andere medewerkers van het bisdom willen van harte bij die zoektocht helpen. Laten wij binnen onze Kerk geen tijd verliezen aan kleinmenselijke disputen maar elkaar van harte ruimte van leven gunnen. Als Christus ons allen heeft aanvaard en zijn hand op ons heeft gelegd, wie zijn wij dan dat wij elkaar niet van harte aanvaarden?
Creatief in kracht van de Pinkstergeest
De parochies van ons bisdom kunnen met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan als wij ons helder en hartelijk presenteren. Helder betekent voor mij dat de drie-ene God centraal staat. De Geest opent onze ogen voor Christus en Hij brengt ons bij de Vader. Christus is de waarheid in persoon. Christelijke waarheid is altijd verbonden met liefde. Voor onze parochies betekent dat concreet een hartelijke en verwelkomende houding. In de huidige tijd zijn veel mensen buiten én binnen de Kerk onzeker en zoekend. Dat impliceert mildheid en prudentie. Alleen zo kunnen wij in de huidige samenleving missionair zijn en mensen bij Christus brengen. Hopelijk ontwikkelen de pastores en besturen de komende tijd de nodige creativiteit. Het pinksterfeest wil ons daarbij helpen. Wat denkt u van een parochiefeest zo gauw de situatie dat toelaat? In ieder geval moeten wij proberen onze mensen weer te mobiliseren. Als speerpunt van ons diocesaan beleid geldt onze inzet voor onze jongeren en gezinnen. Ik hoop en bid dat ons gezins- en familie pastoraat heel bijzonder gezegend mag worden. Laten wij ook bouwen aan diaconale en oecumenische geloofsgemeenschappen die juist door onderling dienstbetoon laten zien dat wij eigendom van Christus zijn.
Tot slot
In deze meimaand noemen wij natuurlijk ook Maria. De eerste leerling van de Heer en de eerste rank aan de wijnstok die Christus is. Op talloze plekken in ons bisdom, niet in de laatste plaats in de Sint Jan, zoeken nog steeds talloze mensen troost en bemoediging bij het gebed en het voorbeeld van de moeder van de Heer. Maria wachtte, met de eerste leerlingen, in het Cenakel op de Geest. Ook wij mogen de Pinkstergeest verwachten en ons christen- zijn enthousiast en creatief gestalte geven.
Mgr. dr. Gerard de Korte